==> SDaL Prakticums; Case 7 <== 26-10-2002
Theorie
Pi , is de verhouding tussen de omtrek van een circel en zijn straal, uitgedrukt
in radialen.
De omtrek van een circel is 2*Pi*R. Pi wordt geschat op 3,14
Ik neem een buddylijn van 20 meter en daal met mijn buddie af naar 20 meter,
zijnde op de bodem van de stek. Mijn buddy flippert zover van mij vandaan als
mogelijk (20 meter) en maakt dan een circel tegen de klok in. (Rescue duikers
kennen dit patroon). Naderhand meten wij het stofspoor en concluderen dat de
buddy 125,6 meter heeft afgelegd.
125,6 gedeeld door 2R = 125,6 / 40 = 3,14
Ergo: Pi is en blijft 3,14 en is niet afhankelijk van de diepte van een
duiker.
Praktijk
Ik vraag Sven of hij mijn buddy wil zijn en of hij deze keer aan de buddylijn
wil. Hij gaat akkoord. We nemen een buddylijn van 20 meter.
Ik daal af maar bemerk dat ik de verkeerde stek heb gekozen. Na 10 meter klap ik
al in het zand. Naar boven kijkend zie ik door mijn bubbels heen Sven nog aan de
oppervlakte: Hij is zijn loodgordel vergeten (in de auto laten liggen).
Enfin, het practicum moetdoor, dus Sven flippert zover van
mij vandaan als mogelijk (nog steeds 20 meter, in 3d) en maakt dan een cirkel
tegen de klok in.
Naderhand meten wij het kielzog en concluderen dat de buddy 108,7 meter heeft
afgelegd.
108,7 gedeeld door 2r = 108,7 / 40 = 2,7
Dus Pi is in dit praktijkgeval 2,7
Ergo: Pi is omgekeerd evenredig met het gewicht van het niet
verplaatste water (loodgordel)
--
{Reageren?}
Sir Dive-a-Lot